INTERVIEW

‘Corona heeft de zzp’ers als groep op de kaart gezet’

De coronacrisis heeft de zzp’er definitief op de gemeentelijke beleidskaart gezet. ZZP Mokum, de belangenvereniging voor Amsterdamse eenpitters, brengt de gefragmenteerde meningen en ideeën van deze diverse groep voor het gemeentelijk voetlicht. Kor de Boer van ZZP Mokum over deze ontwikkeling, fietsende Fruitella’s en Amsterdam-Noord.

Van de redactie

Zzp’ers vormen een diverse groep. Er is bijna geen beroep denkbaar dat niet ook door een zelfstandige zonder personeel kan worden uitgevoerd. Van personal trainers tot ICT-beheerders en van vroedvrouwen tot kunstenaars, allen kunnen onder de beleidsmatige term zzp’er vallen. Tegelijkertijd heeft de term ook betekenis gekregen rondom de zogenaamde gedwongen zzp’er: mensen die liever in vaste dienst zouden werken, maar die door hun werkgevers worden ‘gedwongen’ om zichzelf als zzp’er aan te bieden, zodat werkgevers bijvoorbeeld niet hoeven door te betalen bij ziekte of als er minder werk is. De manier waarop overheden naar deze diverse groep kijken, heeft grote consequenties voor de manier waarop zij hen benaderen en beleid maken.

Armoedebeleid?

“Tot ongeveer anderhalf jaar geleden viel het zzp-beleid nog onder de afdeling Armoede in Amsterdam”, legt De Boer uit. “Zzp’ers werden als zielig gezien en ook op die manier behandeld. Dat heeft consequenties. De resources werden alleen maar gericht op mensen die arm en zielig zijn. Dus de zzp’er kreeg een stadspas, een uitje op een bootje, maar voor de serieuze ondernemer was er geen ondersteuning. Vanuit armoedebeleid is de grootste zorg dat iemand in een uitkering terechtkomt. Dat is geen beleid voor ondernemers. Zeker niet als je ziet dat het om zo’n grote groep gaat.”

ZZP Mokum richt zich vooral op de ‘echte ondernemers’: de gemotiveerde eenpitters. De Boer: “Wij zijn er voor de echte ondernemer die iets op wil bouwen, iets na wil laten, die er een goede boterham aan wil verdienen, mensen wil helpen.” Die gedwongen groep is ook welkom, benadrukt De Boer. “Ze krijgen bijvoorbeeld ook korting op ons lidmaatschap, maar ik vind, net als heel veel mensen, dat als je koerier bent en met zo’n vierkante warmhoudkoffer als fietsende Fruitella rondrijdt, je dan gewoon een goed salaris moet hebben en goed moet worden behandeld.”

De ondernemers

De ‘echte’ zzp’er heeft volgens De Boer hele andere behoeften en noden. Voor zo’n groep is dan ook heel ander gemeentelijk beleid nodig. “Tegenwoordig vallen we onder Economische Zaken, en dat is echt een wereld van verschil. Als ZZP Mokum zijn we de intermediaire partij. We zorgen ervoor dat alle versplinterde partijen op een goede manier kunnen communiceren met de gemeente: een trechtertje naar de gemeente toe. We zijn belangenbehartiger, spreekbuis en woordvoerder van verschillende groepen die hierbij aangesloten zijn. We verzamelen alle verschillende geluiden en wensen, brengen de verschillende kleinere netwerkjes en clubjes bij elkaar. Het werkt echter ook de andere kant op. Dus wij halen ook weer informatie voor de gemeente op.”

“Hoe vind je de connectie met het grote mkb? Hoe krijg je opdrachten? Dat zijn de relevante vragen voor de zzp’ers”

En dat blijkt noodzakelijk. “Zzp’ers profileren zich vooral in de dingen waar ze ook goed in zijn. Maar zichzelf organiseren, dat is veel lastiger. Ze zijn heel goed in tekstschrijven of coachen, en sales is vies. Dus leren netwerken, extraverter zijn, jezelf profileren dat is waar we naartoe moeten. Er moet aandacht zijn voor ontwikkeling van je organisatie, netwerkbeleid, onderwijsmogelijkheden. Hoe vind je de connectie met het grote mkb? Hoe krijg je opdrachten? Dat zijn de relevante vragen voor de zzp’ers", aldus De Boer.

Organiseren ten tijde van corona

Die vragen werden extra relevant ten tijde van de coronacrisis. “Die kleine clustertjes van zzp’ers, die praten nog wel met elkaar, of wandelen in groepjes. Maar grotere gehelen, die krijg je niet meer live bij elkaar. En dat is wel noodzakelijk juist ook in deze tijden. Dan is er één stem nodig voor zo’n gemeente. Ze kunnen het natuurlijk ook niet allemaal zelf verzinnen. Als 30 groepen 30 verschillende verhalen brengen, weten ze niet wat ze er mee moeten en dat is niet werkbaar”, weet De Boer.

Eerste zorg was Tozo

De eerste zorg tijdens coronacrisis was de uitrol van de Tozo (Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers). “De gemeente wil natuurlijk zoveel mogelijk mensen buiten een uitkering houden. Met mensen aan het werk proberen te houden zijn ze het afgelopen jaar zo ongeveer de klok rond mee bezig geweest. En daar is die tweewegcommunicatie heel erg belangrijk. Enerzijds waren we de informatiebron naar de gemeente toe. Bijvoorbeeld over wat voor uitzonderingsposities en wat voor verschillende doelgroepen je moet onderscheiden. Denk bijvoorbeeld aan de sportscholen. Daar zitten heel veel personal trainers die als zzp’er werken. Dat is een heel andere groep met andere problemen en eisen dan de ICT’ers die vanuit hun zolderkamer opereren.”

Anderzijds verspreidde ZZP Mokum de informatie weer naar de zzp’ers. “Iedereen die vond dat zij of hij in aanmerking kwam heeft zo’n verzoek tot ondersteuning vanuit de Tozo ingediend, maar niet iedereen kwam in aanmerking. Er waren natuurlijk regels, en die regels moet je uitleggen. En niet één keer, maar die moeten continu uitgelegd worden”, weet De Boer. Daarnaast ontstond versplintering onder zzp’ers. Vragen als ‘waarom komt die categorie ondernemers wel in aanmerking en ik niet? Waarom voldoe ik wel aan die regels en die ander niet? Waarom mag ik wel een ansichtkaart kopen bij de Jumbo, maar niet bij een boekwinkel? Enerzijds was de bundeling van krachten noodzakelijk, maar anderzijds leidde de crisis ook tot versplintering.”

“De zzp’er was toch wel een beetje een vergeten groep en dat is nu zeker niet meer het geval”

Een vuist maken

De Boer ziet dat er ook belangrijke dingen beter geworden zijn als gevolg van de crisis. “We zijn als ZZP Mokum natuurlijk al wat langer bezig, maar het heeft in het afgelopen jaar wel echt een versnelling gekregen. We hebben een vuist kunnen maken en dat doen we natuurlijk nog steeds. De zzp’er was toch wel een beetje een vergeten groep en dat is nu zeker niet meer het geval. We praten breed mee over allerlei vraagstukken rondom de arbeidsmarkt, vervoer en infrastructuur, en communicatie. Er moet een daadwerkelijk goed loket gaan ontstaan voor de echte zzp’er. Dat is waar we aan moeten werken. En heeft die crisis daarbij geholpen? Jazeker. Die hele Tozo-regeling heeft de daadwerkelijke zzp’er ook echt op de kaart gezet. Jammer genoeg door deze situatie, maar dat is wel gebeurd.”

Trots als Amsterdam-Noord

De Boer zet zich dan ook in om niet alleen de gemeente, maar de bredere maatschappij de waarde van zzp’ers in te laten zien. “Ik vergelijk het graag met de ontwikkeling die Amsterdam-Noord - waar De Boer zelf woont - doormaakt. Ik vind Noord het mooiste stadsdeel. Het is het grootste stadsdeel en er heerst een bepaalde trots, een gezonde aversie tegen ‘de stad’. Zij vonden ons maar een beetje tokkies. Nu is Noord extreem aan het groeien, hipper aan het worden. Het is echt booming. Als wij op het pontje richting centrum staan, dan verlaten wij ons Amsterdam. Zo voelt dat. En dat zie je dus nu ook gebeuren met de zzp’er. Daar wil ik naartoe, diezelfde trots. Ik hoop dat een zzp’er zo trots is op zijn ondernemerschap als iemand uit Amsterdam-Noord op Noord is. Dat lijkt mij echt een heel mooi streven.”