INTERVIEW

’Netwerken van zzp’ers scherpen focus aan in coronatijd’

De coronacrisis heeft er toe geleid dat collectieven van zzp’ers beter voor ogen hebben waar ze zich op willen richten, zoals het welzijn in de buurt. JuanFra Alvarado Valenzuela doet onderzoek naar Amsterdamse zzp-netwerken. “Denken in lokale maatschappelijke impact heeft een breder fundament gekregen.”

Van de redactie

Het aantal mensen dat werkt onder de noemer zzp’er is de afgelopen decennia toegenomen. Ongeveer een op de tien werkende mensen opereert tegenwoordig als zelfstandige zonder personeel. Dat betekent echter niet dat ze zich louter als eenlingen positioneren: zzp’ers organiseren zich ook in collectieven. Een groep onderzoekers, met onder andere JuanFra Alvarado Valenzuela van de Hogeschool van Amsterdam, hebben gekeken naar hoe ze dat ten tijde van de coronacrisis hebben vormgegeven en waar die zzp-collectieven behoefte aan hebben.

Wat blijkt? Los van alle ingewikkeldheden die de coronacrisis voor de collectieven opleverde, heeft het hen geholpen om een helderder visie uiteen te zetten waar ze zich als collectief op willen richten in de toekomst. Duurzaamheid en een sterkere focus op hoe zzp’ers kunnen bijdragen aan het brede sociaaleconomische welzijn van de buurt zijn van mogelijke opties veranderd in speerpunten van de netwerken.

”We wilden weten wat er speelt bij de collectieven. Wat hun behoeften, missies en doelen zijn”

Het onderzoeksproject was al opgezet voordat de eerste lockdown werd afgekondigd. “We waren in algemene zin al geïnteresseerd in hoe zzp’ers in Amsterdam zich organiseren”, vertelt Alvarado Valenzuela. “Ook in eerdere onderzoeksprojecten zagen we dat die collectieven met allerlei vragen kampten. We wilden weten wat er speelt bij de leiders van de collectieven, ook wel orchestrators genoemd, wat hun behoeften zijn, waar ze mee geholpen kunnen worden om het collectief verder te brengen en wat hun missies en doelen zijn.”

We keken daarbij naar de connecties tussen collectieven, maar ook naar de manier waarop ondernemers binnen collectieven samenwerken aan het versterken van de wijkeconomie. De ontwikkelingen in de wijk en de verandering in de infrastructuur zijn bronnen voor kansen voor ondernemers. Deelnemende collectieven zijn onder andere The Next Alliance (Zuidoost), Buurtprofessionals (Nieuw-West), Jonge Ondernemers Westpoort (West) en ZZP Mokum.

Sociale en economische eenzaamheid

Voor de verschillende orchestrators was het bereiken en binden van leden aan hun netwerk voor de eerste lockdown al niet altijd makkelijk. In gesprekken die het onderzoeksteam met de leiders heeft gehouden, vertelden deze dat het traceren van de ondernemers die bij hun netwerk pasten moeilijk was. En ook het op langere termijn binden van ondernemers bleek geen vanzelfsprekendheid. “De netwerken bleken ontzettend fluïde”, vertelt Alvarado. “Deelnemen aan de netwerken gaat vaak op ad-hoc en incidentele basis. De lockdown maakte het samenkomen en verbinden, net als voor alle andere groepen natuurlijk, alleen nog maar moeilijker. De meer wijkgebonden collectieven hadden bijvoorbeeld ineens geen fysieke plek meer voor hun bijeenkomsten, vergaderingen en borrels. Voor hen was het sluiten van allerlei buurtvoorzieningen en co-workingplekken heel lastig.”

Collectieven begonnen zich af te vragen hoe ze zzp’ers die alleen thuis zitten te werken uit hun sociale en misschien ook wel economische eenzaamheid konden tillen

De vraag hoe kunnen orchestrators de zzp’ers uitnodigen om aangehaakt te blijven bij het collectief of mee te doen met gezamenlijke projecten voor de wijk werd nog urgenter. Volgens Alvarado Valenzuela is er nog een bredere sociale insteek: collectieven begonnen zich af te vragen hoe ze zzp’ers die alleen thuis zitten te werken uit hun sociale en misschien ook wel economische eenzaamheid konden tillen. “En zzp’ers waren natuurlijk ontzettend druk met het overeind houden van hun eigen bedrijven.”

Verbindingen tussen collectieven

Waar de verbinding binnen de collectieven, zeker ook door de coronacrisis, in eerste instantie verder onder druk kwam, zagen de onderzoekers ook een ander interessant en verrassend gevolg van het fluïde karakter van de netwerken. Ze bleken onderling veel meer met elkaar verbonden dan de onderzoekers van tevoren hadden verwacht. “Veel van de orchestrators die we spraken, bleken actief in meerdere netwerken tegelijkertijd. Iemand kan in het ene collectief een orchestrator zijn en tegelijkertijd lid van een ander netwerk. Ze hebben vaak een dubbele of soms zelfs driedubbele pet op.”

”Het bleek juist dat er allerlei verbindingen waren. Soms deden mensen gezamenlijke projecten, maar ook op het gebied van kennisuitwisseling en afstemming bleken er allerlei verbindingen tussen de collectieven te bestaan”

“Die mobiliteit tussen netwerken gold ook voor de aangesloten ondernemers. Onze verwachting was dat de collectieven voor een specifieke groep leden zouden werken en binnen de geografische afbakening die een collectief kenmerkt, maar het bleek juist dat er allerlei verbindingen waren. Soms deden mensen gezamenlijke projecten, maar ook op het gebied van kennisuitwisseling en afstemming bleken er allerlei verbindingen tussen de collectieven te bestaan. Dat vonden we verrassend.”

Alvarado Valenzuela: “Het ene netwerk gebruikt iemand bijvoorbeeld voor het verkrijgen van opdrachten voor het eigen bedrijf, terwijl ze een ander netwerk juist weer gebruiken voor informatie- en kennisdeling. In die zin zie je dat sprake is van kansen herkennen en pakken, oftewel informeel gezegd van cherry picking. Elk collectief heeft een andere functie of specialisatie en deelnemers maken gebruik van de diversiteit en verschillen.”

Zoeken naar missie en doel

De individuele profilering van de collectieven is een opgave. De vraag waar orchestrators en deelnemers mee worstelen is vaak: waar dient welk collectief nu eigenlijk voor? Is er iets als een gezamenlijke missie? En hoe verhoud je je tot andere collectieven, die wellicht ook in dezelfde buurt of omgeving opereren? Voor sommige netwerken is die raison d’être natuurlijker gedefinieerd dan voor anderen.

“In Zuidoost heb je bijvoorbeeld De Heesterveld Business Hub. Zij zijn echt gericht op het maken van business, het bouwen aan het ondernemerschap, terwijl in Zuidoost ook zzp-café Hartje Bijlmer actief is, dat veel meer een business-in-de-buurtgerichte visie hanteert. Er zijn ook meer gelijksoortige collectieven actief in andere stadsdelen en die concurreren toch een beetje met elkaar. Bijvoorbeeld om leden of om financiering van hun collectieve activiteiten.”

“Daarnaast zagen we dat de collectieven en hun zzp’ers actief waren met thema’s als duurzaamheid en circulaire economie, en dat er ook al langer behoefte was om meer voor de buurt te kunnen betekenen. Om niet alleen hun eigen bedrijf te bouwen, maar ook bredere lokale maatschappelijke impact te hebben. En precies dat denken heeft in de coronacrisis echt een steviger fundament gekregen”, legt Alvarado Valenzuela uit.

“Er was al een zaadje, en met de coronacrisis op de achtergrond, werd duidelijk dat ze duurzaamheid voorop wilden stellen, binnen de eigen lokaliteit, binnen de eigen wijk. Zzp'ers wilden altijd al graag meer opdrachten in de buurt, minder reizen en ook nog iets betekenen voor de eigen wijk, maar ze misten dan weer vaak de contacten om die opdrachten in de eigen lokale omgeving te krijgen. COVID heeft dat allemaal concreter gemaakt. Het was een optie, maar het werd een prioriteit.”