VOORWOORD

Over de schijnbare tegenstelling tussen crisis en vooruitgang

Van de redactie

Een jaar geleden sprak, de toen nog missionaire, premier Rutte in een televisietoespraak ‘de natie’ toe. De eerste zogenoemde intelligente lockdown was een feit. De horeca, de scholen en de kinderopvang moesten hun deuren sluiten. En nu? Nu bevinden we ons ruim 365 dagen later nog steeds in een lockdown. Op deze bittere eerste verjaardag van de steeds vaker verdoemde lockdown, is het tijd om terug te kijken, maar ook vooruit. Dat is precies wat we in deze derde editie van Bewogen Stad, dat zelf ook alleen nog maar in tijden van corona is uitgebracht, gaan doen.

Want stil stond de wereld het afgelopen jaar zeker niet. Het was een jaar van de paradoxale ontwikkelingen. Ontwikkelingen die op het eerste gezicht tegenstrijdig lijken, maar misschien eerder schijnbare dan daadwerkelijke tegenstellingen zijn. Zo leidde het steeds steviger wordende overheidsoptreden zowel tot een herwaardering van overheidshandelen als tot een nog steeds groeiende zeer overheidskritische beweging. En werd enerzijds steeds meer waarde gehecht aan de ‘harde’ kennis van de virologen en medici, maar we beleven tegelijkertijd een opleving van complotdenkers, alternatieve media, en nieuwe vormen van waarheid. Tegenstellingen, of verschillende kanten van een en dezelfde medaille?

Met een dergelijke schijnbare tegenstelling gaan we ook in deze editie aan de slag: die van crisis en vooruitgang om precies te zijn. Sinds het begin van de pandemie waren overheden, het maatschappelijk middenveld, ondernemers en bewoners ineens genoodzaakt hun koersen aan te passen en hun weg te vinden in de tijdelijke realiteit van het nieuwe normaal. Onder het motto ‘never waste a good crisis’ waren er al snel geluiden te horen dat de crisis een aanleiding moest zijn om dingen definitief anders te gaan doen. Maar in hoeverre is dat ook gebeurd? En tot wat voor positieve of negatieve ontwikkelingen heeft dit geleid?

We onderzoeken wat voor nieuwe inzichten in en rondom onze projecten zijn ontstaan, hoe deze zijn vertaald naar het dagelijkse handelen en of die nieuwe inzichten en handelingswijzen lijken te beklijven. We zien hoe nieuwe ideeën over het gebruik van de publieke ruimte ontstaan, hoe in recordtempo regelgeving rondom de tijdelijke uitbreiding van terrassen mogelijk werd en welke juridische haken en ogen aan zo’n recordtempo zitten. We leren hoe zzp’ers’ enerzijds met moeite hun collectieven en netwerken overeind houden en hoe onder die druk tegelijkertijd nieuwe inzichten en posities ontstaan. En we krijgen inzicht in hoe bewonersparticipatie zich in de digitale wereld voortzette, met nieuwe beperkingen, maar zeker ook met nieuwe mogelijkheden en kansen voor de traditionele participatietrajecten.

Dat er binnen de beschreven contacten en projecten ontzettend veel geleerd is in het afgelopen jaar staat buiten kijf. Veel van de auteurs en geïnterviewden spreken dan ook nadrukkelijk de hoop uit dat de opgedane inzichten en nieuwe verworvenheden ook na de crisis een vervolg krijgen. Er zit en zat kortom ‘gang’ in de crisis, maar of dat ook leidt tot ‘vooruitgang’, is voorlopig nog een open vraag. We hopen dat deze editie daar het eerste voorzichtig antwoord op formuleert.